Als het om opbrengsteigendommen gaat, is de ontwerpvrijheid meestal beperkt. Het gebouw moet rendabel zijn ten opzichte van de verkoop- of verhuurprijs, de stijl en de materialen kunnen best bij een breed publiek in de smaak vallen en het gebouw moet er snel staan.
Voor het ontwerp van luxeresidentie ‘De Fazant’ kreeg Kant-architecten opvallend veel speelruimte. Architecten Els Baeyens en Sofie Ceulemans kozen voor architectonisch beton als belangrijkste gevelmateriaal, hoewel dit op veel vlakken geen evidente keuze was.‘De Fazant’, gelegen in het centrum van de West-Vlaamse gemeente Deerlijk, bestaat uit drie bouwlagen en een ondergrondse garage. Het gebouw herbergt 9 luxe-appartementen. Het bevindt zich in een stedelijke omgeving met hoofdzakelijk gesloten bebouwing. Omwille van de noordzuid-oriëntatie van het gebouw zijn alle appartementen opgevat als een doorzonappartement. Bouwheer BEFINA NV liet de architecten erg vrij, en had slechts één eis: een luxueus, in het oog springend appartementsgebouw, anders dan al de rest in de nabije omgeving. Het is logisch dat Kant-architecten hoogwaardige producten selecteerde. Het belangrijkste deel van de gevel – zowel vooraan als achteraan – bestaat uit prefab panelen in architectonisch beton, wat voor een mooie robuustheid zorgt. De panelen werden gezuurd, met als resultaat een fijnkorrelige, luxueus ogende structuur. De keuze voor architectonisch beton was allesbehalve evident voor de eerder klassieke en stedelijke buurt. Gelet op de omliggende woningen zou men eerder baksteen verwacht hebben.
VOLUMEWERKING
De lichtgrijze kleur van het architectonisch beton vormt de basis voor een volumespel met inspringende terrassen en uitspringende boxen. Het staat in contrast met de spierwitte inpandige terrassen en teruggetrokken derde verdieping, die voorzien werden van witte gevelbepleistering. Deze variatie in materiaal, zowel in textuur als in kleur, versterkt de volumewerking van de gevel. Bovendien brengt de witte gevelbepleistering het daglicht tot diep in de appartementen. De drie uitspringende gevelboxen zijn bekleed met verticale in verstek geplaatste cederlatten op zwarte betonplex. Ze doorbreken de gevels en overkappen de inkompartijen in de voorgevel. Initieel was voorzien om de gevelboxen te bekleden met mozaïeken. Maar gezien de Belgische weersomstandigheden en het ontbreken van de nodige garanties omtrent de levensduur ging dat plan niet door. Het buitenschrijnwerk is aluminium. De glasbalustrades zijn zo onopvallend mogelijk gehouden, naadloos en met een in de muurafdekkappen ingewerkte voet.
De structuur werd opgebouwd uit betonkolommen en dragend metselwerk. De vloerplaten bestaan uit voorgespannen welfsels met een druklaag. Achteraf werd het gebouw volledig ingepakt met isolatie om er daarna de gevelafwerking op aan te brengen. Kant-architecten blijft tevreden over hun keuze, al was de montage van de panelen een huzarenstukje. Architecte ELS BAEYENS: “Er was heel wat ruimte nodig voor de mobiele montagekranen, wat gezien de locatie in het centrum en de smalle doorgang naar de achtertuin, voor de montage van de panelen aan de achtergevel, niet evident was. Het is ook van belang om de afwijkingen in de ruwbouw zoveel mogelijk te minimaliseren, waardoor panelen niet op de werf moeten ingekort worden. Hier hebben we wel enkele panelen moeten aanpassen. Leverancier Prefadim en monteur De Graeve Stefaan bvba hebben dit erg vakkundig opgelost. Het waren enkele lange dagen met heel wat bekijks in de straat, maar het eindresultaat mag er absoluut wezen.” Voor een vlotte montage is het van groot belang dat alle partijen tijdig op elkaar worden afgestemd. De bevestiging van de gevelpanelen heeft immers een grote invloed op de ruwbouw. Idealiter zijn alle bevestigingsdetails van de panelen reeds bekend bij de start van de studie stabiliteit. (KDA)